De een zijn dood, de ander zijn – water. Over de Franse doden niets dan goeds. Ik ben blij dat ze niet onsterfelijk zijn want daardoor kon ik ze vandaag regelmatig storen om mijn kokende motor tot bedaren te brengen. De credits komen de Belgen van dag 3 toe. Zij wezen mij op dit logische feit.
Vandaag was simpel; afzien. Ik moet een beetje zuinig zijn met mijn superlatieven, anders kan ik straks de hitte van de Spaanse zon niet beschrijven. Stiekem hoop ik dat die na deze dagen wel mee zal vallen. Meteo France voorspeld na donderdag in ieder geval dat ik mijn regenjas niet voor niets heb ingepakt.
Vestingstadjes
Rond half acht zat ik op de fiets met het idee om in de ochtend het meeste werk te verrichten. Langs een fietspad en daarna landelijke wegen in de buurt van de Eure verliet ik ongemerkt de stad Chartres. In het eerste nietszeggende dorpje buiten de stad bij de plaatselijke boulangerie de onmiddelijke trek en die van later op de dag gestild en weer en route.
De hoogtepunten van de dag waren de vestingstadjes Bonneval, Châteaudun en Cloyes-sur-le-Loir. Alledrie de middeleeuwse stadjes, die ik vandaag vooral kon waarderen om hun hedendaagse voorzieningen. Voor de rest ben ik bezig geweest met mijzelf en het fietsen want dat vergde het meeste van mijn aandacht.
Om mijn voornemen de meeste kilometers in de ochtend te pakken waar te kunnen maken moest ik op de landweggetjes tussen Chartres en Bonneval even gas geven. De relatief saaie heuvels vroegen niet veel aandacht dus met de koptelefoon op waren de eerste veertig zo gepiept. Koffie en twee ijskoude bidons sil vous plaît.
Maar wel een kapper
Het volgende vestingstadje lag een kleine twintig kilometer verderop. Ook nog niet echt problematisch. En ondertussen kruisde de route zo nu en dan de Loir wat het geheel iets aantrekkelijker maakte. Wat zit dit land vol geschiedenis. Ieder dorpje, iedere hoeve heeft zijn eigen verhaal en veel gaan er eeuwen terug. Dan heb ik het nog niet eens over de immense kerken die overal staan. Er is vaak geen bakker, geen bar of kruidenier maar ieder dorp heeft een kerk, een école, een mairie en een kapper gek genoeg.
Siësta
Na de penaché in Châteaudun was het gedaan met de pret. Van Cloyes-sur-le-Loir kan ik mij vooral het koelvak van de supermarkt herinneren. De koude yoghurt is er op de stoep meteen aangegaan en de cola enkele kilometers verder, toen ik onder een paar bomen aan de Loir een picknicktafel ontwaarde.
Daar heb ik de fiets een uurtje of wat geparkeerd. Pain complet omgetoverd tot een broodje Rochefort, een paar Franse perziken verorberd en toen met mijn handdoekje het meest winderige stuk van het veldje opgezocht. Iets wat je eigenlijk zou moeten doen tot het minder warm wordt. Maar dan heb ik nieuws; je kunt dan blijven liggen tot het donker is.
Koude douche
Rond de klok van twee ben ik weer opgestegen voor de laatste twintig kilometer. In die twintig kilometer totaal Vendôme heb ik mijn beide bidons twee keer gevuld op een kerkhof. Da’s anderhalve liter per keer. Op de camping aangekomen waren ze leeg. Net al ik. Gelukkig had de beheerder de douches kouder gezet zodat ik na het opzetten kon genieten van de koele straal.
Festival du Music
Toen de was te drogen hing (iets wat met deze temperaturen geen wasdroger sneller kan) ben ik in de schaduw op mijn matje gaan liggen en heb dociel nog wat bidons leeggedronken. Rond Franse etenstijd heb ik de stoute slippers aangetrokken en ben ik naar de stad geflipflopt. Daar was zojuist het Festival du Music aan het opstarten. Een gezellige drukte van jewelste.
Een paar bandjes met Frans accent, een paar biertjes met Frans accent en een stevige maaltijd met Turks accent later, was het voor deze pelgrim tijd om de geborgenheid van zijn tentje op te zoeken. Morgen wordt het een korte dag. Een kilometer of zeventig tot Tours. Een stad die ik als de warmte het toelaat nog wel even ga bezoeken.
¡Hasta pronto y saludos a todos!