Morgen stap ik op de fiets om te beginnen aan mijn fietsvakantie naar Santiago de Compostela. Ongelovige bedevaart. Een maand lang onderweg met als voornaamste zorgen het vinden van een slaapplaats en bedenken wat ik wil eten. Verder hoeft er niets. Nou ja, ik heb beloofd om jullie op de hoogte te houden dus af en toe een blog-bericht posten ‘moet’ natuurlijk wel. “De avond voor vertrek” verder lezen
Dag 1: Haarlem – Ulvenhout (136 km)
De kop is er af en de eerste etappe zit er op. Ik ben op weg naar Santiago de Compostela. Na een welverdiende maaltijd – ik hoefde slechts water te koken, de rest deed Knorr voor mij – en genietend van de oploskoffie, zit ik aan een picknicktafel op SVR Camping de Beekhoek in Ulvenhout. Eerste evaluatiepuntje: minder zon of meer smeren. “Dag 1: Haarlem – Ulvenhout (136 km)” verder lezen
Dag 2: Ulvenhout – Denderhoutem (136 km)
Het eerste levende wezen dat ik zag toen ik tussen Galder en Meersel België binnenreed, was een Vlaamse Gaai. Mijn dag kon per definitie al niet meer stuk. En dat werd nog mooier toen ik de hele dag namen op de wegwijzers zag staan die ik normaal alleen zie als ik in een biercafé door de kaart blader om iets lekkers uit te kiezen. “Dag 2: Ulvenhout – Denderhoutem (136 km)” verder lezen
Dag 3: Denderhoutem – Paillencourt (134 km)
‘Deviation’ is Frans voor ‘omleiding’ en daar bedoelen de Walen dan ‘afleiding’ mee. Toen voorbij Geraardsbergen de taalgrens definitief een einde maakte aan de algehele verstaanbaarheid, was ook meteen duidelijk dat ik het laissez-faire gebied was binnengereden. Terwijl de Dender ineens la Dendre was zorgde de bordjes bij de werken ervoor dat ik van de route af maar nooit meer op de route op kwam. “Dag 3: Denderhoutem – Paillencourt (134 km)” verder lezen
Dag 4: Paillencourt – Carlepont (133 km)
‘Un pression s’il vous plaît‘, ik hoor het mijzelf zo zeggen. En niet raar want het was weer een pittig dagje. Warm en enkele routetechnische tegenvallers. Maar vooral; ik was bijna bij de camping. Die moest namelijk op een steenworp afstand liggen van Noyon, waar ik na een bezoek aan de kathedraal mijn fiets bij het terras had geparkeerd. “Dag 4: Paillencourt – Carlepont (133 km)” verder lezen
Dag 5: Carlepont – Grisy-les-Plâtres (113 km)
‘Plat du jour, tout les jours’ wordt mijn motto. Waarom ‘s avonds na een lange fietsdag moeilijk doen op een brandertje om toch nog een fatsoenlijke maaltijd tevoorschijn te toveren terwijl je die maaltijd, vele malen beter en voor een appel en een ei, ‘s middags kan bestellen bij vrijwel ieder restaurant en barretje. “Dag 5: Carlepont – Grisy-les-Plâtres (113 km)” verder lezen
Dag 6: Grisy-les-Plâtres – Chartres (116 km)
Dag en dauw waren al wakker maar net daarna kwam ik. In en poging voor de middag al flink wat kilometers te maken met het oog op de temperaturen is het zaak om vroeg te beginnen. Tot vrijdag verwacht meteo france in de delen waar ik fiets middagtemperaturen tussen de dertig en vijfendertig graden. “Dag 6: Grisy-les-Plâtres – Chartres (116 km)” verder lezen
Dag 7: Chartres – Vendôme (102 km)
De een zijn dood, de ander zijn – water. Over de Franse doden niets dan goeds. Ik ben blij dat ze niet onsterfelijk zijn want daardoor kon ik ze vandaag regelmatig storen om mijn kokende motor tot bedaren te brengen. De credits komen de Belgen van dag 3 toe. Zij wezen mij op dit logische feit. “Dag 7: Chartres – Vendôme (102 km)” verder lezen
Dag 8: Vendôme – Tours (80 km)
Zonder al teveel bloedvergieten in Tours aankomen en daar, na de plat du jour, plat op de vloer te gaan liggen om een beetje bij te komen. Dat was het plan en zo geschiedde. Na een zweterige nacht waarin ik vrijwel iedere vrachtauto op de N10 voorbij heb horen razen, zat ik rond zevenen op de fiets. “Dag 8: Vendôme – Tours (80 km)” verder lezen
Dag 9: Tours – Saint-Benoît (137 km)
Steeds vaker heb ik het idee dat achter mij een peloton wielrenners de benen stilhoudt. Maar nee hoor, cicaden. Voorbij Tours begint langzaam maar zeker het zuiden. Huizen worden lichter, lager, de daken worden platter. Af en toe al een wijngaard of een veld met zonnebloemen en steeds vaker zie ik de typische lange dunne cipressen. “Dag 9: Tours – Saint-Benoît (137 km)” verder lezen
Dag 10: Saint-Benôit – Saint-Angeau (103 km)
Het was lonesome op de prairie vandaag. Geen kip op de weggetjes. Slaperige samedi leek het wel. Behalve op de graanvelden. Ik denk dat de boeren hier ook op Meteo France hebben gekeken want zoveel combines heb ik nog nooit gezien. Alsof ze allemaal hun jaaropbrengst voor het slechte weer moesten redden. Iets wat best waar kan zijn trouwens. “Dag 10: Saint-Benôit – Saint-Angeau (103 km)” verder lezen
Dag 11: Saint-Angeau – Minzac (126 km)
Geen Brit te zien toen ik vanmorgen zachtjes met de stokken en de haringen in de weer was. En toch was het niet overdreven vroeg. Ze namen het er van op deze zondag. De Fransen trouwens ook. Zelfs de boulangers. En dat wisten ze, want bij die van Brie was het een drukte van belang. Een bakker met een zondagse regiofunctie, slim gepositioneerd naast de bar tabac. “Dag 11: Saint-Angeau – Minzac (126 km)” verder lezen
Dag 12: Minzac – Horstens (101 km)
De wekker had een raar geluid deze morgen. Tikkend. En het leek van buiten te komen. Op mijn tentdak om precies te zijn. Heel eventjes maar en toen hield het op. Door de geopende rits stroomde de geur van de natuur die het eerste water sinds tijden opvangt, maar veel gelegenheid om daarvan te genieten gunde ik mijzelf niet. Ik heb namelijk een hekel aan een natte tent inpakken als dat niet persé moet. “Dag 12: Minzac – Horstens (101 km)” verder lezen
Dag 13: Horstens – Dax (127 km)
“Saai hè?” zeiden we gisteravond nog tegen elkaar na het eerste stuk Les Landes. Ik wist dat er vandaag ook een stuk bosbouw aan zat te komen maar kon niet bevroeden dat het zo erg was. Ongeveer honderd kilometer voornamelijk bosbouw en rechte wegen, afgewisseld met nietszeggende dorpjes. “Dag 13: Horstens – Dax (127 km)” verder lezen
Dag 14: Dax – St. Jean-Pied-de-Port (95 km)
Mijn Frans is al niet om over naar huis te schrijven, mijn Baskisch is nog vele malen erger. Daar kan ik echt geen txokolatea van maken. De mensen hier wel trouwens. Die vinden bijvoorbeeld dat ze in Donibane Garazi wonen. Het lijkt er niet eens op. Ik zal het er mee moeten doen de komende dagen. Aan beide kanten van de Pyreneeën. “Dag 14: Dax – St. Jean-Pied-de-Port (95 km)” verder lezen
Dag 15: St. Jean-Pied-de-Port (rustdag)
Een rustdag. Even een dagje geen kilometers maken en de tijd nemen om lekker te luieren. Zo vlak voor de eerste echte klimdag in de Pyreneeën en na veertien dagen aaneen fietsen ook geen onverstandig besluit natuurlijk. Dus vandaag geen epistel over ontberingen of mooie vergezichten, maar een kort verslag van eeen goed gevulde dag ‘niets’ doen. “Dag 15: St. Jean-Pied-de-Port (rustdag)” verder lezen
Dag 16: St. Jean-Pied-de-Port – Pamplona (77 km)
‘Die muts en die waterdichte fietshandschoenen mét vingers, kunnen ook wel in het pakketje naar huis’ dacht ik gistermorgen. Want zo koud zou het toch niet worden? Vandaag was ik blij dat mijn persoonlijke keizer in de arena van de grammenstrijd, aan het einde van het gevecht, deze ten la Poste opgeschreven gladiatoren, de opgestoken duim heeft gegeven. “Dag 16: St. Jean-Pied-de-Port – Pamplona (77 km)” verder lezen
Dag 17: Pamplona – Los Arcos (78 km)
Denkend aan de reis naar Santiago heb ik mij geestelijk voorbereid op hitte en op klimmen, niet op tegenwind. Tegenwind van het type ‘herfst-in-de-polder-tegenwind. Ik bedoel dus van het type ‘ik kom niet vooruit terwijl ik aan het afdalen ben’. Dat Spanje een andere tak van sport zou worden wist ik maar dit was aan mijn aandacht ontsnapt. “Dag 17: Pamplona – Los Arcos (78 km)” verder lezen
Dag 18: Los Arcos – Belorado (116 km)
Eindeloze wegen die rechtuit golvend het dorre landschap splitsen. Enkel bij de stroompjes een groene strook. Roodbruine aarde of graanvelden en aan beide kanten, ver of dichtbij, de versleten bergen. De zon is voorzichtig teruggekomen en de trillende einder waarschuwde vast voor de hitte die de de reiziger hier eigenlijk hoort te teisteren. “Dag 18: Los Arcos – Belorado (116 km)” verder lezen
Dag 20: Burgos – Carrión de los Condes (100 km)
Als het je voor de wind gaat dan is het makkelijk om te genieten van de lange rechte stukken en eindeloze graanvelden om je heen. Maar iedere lopende pelgrim die je, naarmate het warmer wordt, ziet zwoegen herinnert je er aan hoeveel geluk je hebt. Fluitend leg je in een uurtje de afstand af waar zij het grootste gedeelte van de dag voor uittrekken. “Dag 20: Burgos – Carrión de los Condes (100 km)” verder lezen