Het ontbijt van het Dorpslogement staat uitgestald op de trainingstafel van Biljartclub ‘Dicht Bie Diek‘ en met een stevige bodem plus de nodige koppen koffie, slingeren we over een klein fietspaadje tussen de velden Pieterburen uit. Terug naar het Wad. Het weer is druilerig, maar niets om ons zorgen over te maken. De wind is met ons meegedraaid vannacht. Daar zullen we vandaag zeker de vruchten van gaan plukken. In Noorderzijl staan we stil bij de allerkleinste zeehaven van het land. Alleen te bereiken bij hoogwater.
Is het hier Doodstil?
Bij Usquert gaat het terug het land in en via Uithuizen bereiken we Doodstil. Een dorp dat die naam meteen eer aan doet, ware het niet dat je dan waarschijnlijk de klemtoon verkeerd hebt liggen. Het boekje leert namelijk dat het Doods-til moet zijn. De Eemshaven komt in zicht en dat betekent windmolens zover het oog kan reiken. Iedere keer dat we richting het noorden rijden begrijpen we waarom er hier zoveel staan.
De appel valt niet ver van de boom
In het plaatsje Bierum lopen we even onze oren achterna de kerk in. Uit volle borst zingt de orgelspeler mee met zijn eigen spel. Leuk, maar wij zijn eigenlijk wel toe aan een bakkie. Dat treft, want na een minuutje zien we het bord ‘De Luingahof – boomgaard, boerderijwinkel, theeschenkerij‘ en we besluiten te checken of er naast thee ook koffie op het menu staat. Jazeker. En hoe. Eenmaal door de winkel komen we uit in een prachtige boomgaard met naast appelbomen ook peren, pruimen en bessen. Veelal nog in bloei dus prachtig. Een prachtige plek. Papa is zijn fruitkwekersroots niet helemaal de baas dus vraagt de eigenaresse Ankie honderduit. Zij vertelt enthousiast en na een wandeling over het terrein genieten we van koffie met appelgebak (wat anders).
Oud wijkt voor nieuw
Na deze prachtige boomgaard kunnen we weer tegen de leegte. Terug langs de dijk en op naar Delfzijl. Zelfs de immense industrie met zijn sissende stoomleidingen kunnen ons niet meer deren. De wind in de rug helpt ook. Verschillende dorpen hebben voor dit chemische concern plaats moeten maken. Waaronder Oterdum. Alleen de oude grafstenen van het kerkhof zijn bewaard gebleven maar wel verplaatst naar een nieuwe plek op de dijk. In Termunterzijl is het het tijd voor een kleine versnapering. Kibbeling bij de plaatselijke visboer – naar het schijnt rechtstreeks uit de zee de frituurpan in.
De uitgestrekte vlakten langs de Dollard
Binnendijks gaat het verder langs de Dollard. Links de dijk en rechts uitgestrekt vlak akkerbouwland. Bij het passeren van de grens staat wel een vreemde paal; -1 km. Waarschijnlijk hebben werklui bij het plaatsen elkaar wel even vreemd aangekeken en smakelijk gelachen over de planning op kantoor bij Rijkswaterstaat. Maar de grens dus. Over de schutsluis tussen de Dollard en de Westerwoldse Aa rijden we even Duitsland in. Het landschap lijkt wat ouder en speelser. Minder strak. Na een paar kilometer zitten we weer in Groningen. Nieuweschans. Nog even slingeren door het natuurgebied Houwinger Ham, nog een paar kilometer uitgestrekte velden voor de wind en dan zijn we op de eindbestemming van de dag. Oudeschans.
Veilig in de vesting
Een dorp Oudeschans, met ongeveer honderd inwoners, dat vroeger als vesting onderdak bood aan de legers die vochten tegen de Spaanse overheersers, is volledig in ere hersteld. Alsof je in een openluchtmuseum bent. B&B ‘de Stelmakerij’ is onze plek voor de nacht. Jan en Tjerda ontvangen ons hartelijk in de tot appartement omgebouwde werkplaats waar vroeger de onderstellen voor wagens werden gemaakt. Met een biertje voor de TV zien we Mathieu van de Poel het roze behouden in de tijdrit.
Hoezo stug?
Na een korte wandeling door de stille vesting schuiven we aan voor een Indonesische maaltijd bij ‘de Piekanier’ – het enige restaurant van het vestingdorpje. Ook daar worden we met open armen ontvangen. Waar dat verhaal van stugge Groningers vandaan komt, ik zou het je niet kunnen vertellen.