Net nu de fietspaden en gravelstroken er in de bossen op hun mooist bij liggen zijn dat precies de plekken waar je beter niet kunt zijn. Heb ik aan den lijve ondervonden. De typisch Nederlandse eikenlanen zijn niet alleen een droom voor de fietser maar ook voor de rups die met zijn brandharen zoveel overlast veroorzaakt. De haren worden meegenomen door de wind en eenmaal op de huid zorgen ze voor een boel jeuk en ander ongemak. Een paar maanden niet meer fietsen dan? Nee natuurlijk niet.
Rode bultjes en flinke jeuk
Het is niet zo als met insecten. Die zie je en je merkt het wel als je gestoken wordt. Dan kan je actie ondernemen. Aanraking met de brandharen van de eikenprocessierups merk je als fietser pas een paar uur later, wanneer je lang en breed thuis zit na te genieten van een mooie rit. Ik ook. Eerst met Pinksteren. Een tocht gemaakt met de racefiets. Door Twente. Eenmaal thuis had ik ’s avonds last van een paar rode bultjes en flinke jeuk. Met name op mijn armen en precies boven mijn sokken. Het waren maar een paar plekjes en ik reageer niet allergisch. Met een week was het over.
Vooral op zachte huid
De laatste dagen kwamen de bultjes nog wel eens terug na een gravelritje. Hier en daar eentje. Niet echt storend, maar nadat ik afgelopen weekend over de Veluwe ben gefietst, had ik minder geluk. Onderweg heb ik geen nesten gezien maar zowel toen ik op de camping kwam als de dag erna thuis, bleek dat ik mij toch flink in de nesten gewerkt heb. Jeuk en bultjes, die langzaam rood worden. Maar vooral veel jeuk! Op mijn onderarmen, de binnenkant van mijn ellebogen, boven de knie en in de knieholtes en weer boven mijn fietssokken. Zelfs een enkel plekje in mijn hals. Het lijkt alsof precies daar waar de onbeschermde huid het zachtst is, de haren het ergst irriteren.
Niet krabben!
Als je gaat googelen stuit je op allerlei tips. Om te beginnen heb ik thuis met plakband geprobeerd om de haren van en uit mijn huid te verwijderen. Geen idee of dat heeft gewerkt. Je ziet ze niet. Waarschijnlijk had ik dat al moeten doen voordat ik er last van kreeg. Toch geeft het op de een of andere manier het gevoel dat je er iets tegen kunt doen. De jeuk blijft wel terugkomen. Gelukkig was de drogist open en hadden ze naast de zonnebrand ook een schap ingeruimd voor de eikenprocessierups. De verkoelende schuim werkt. Even. En verder is het – ik citeer een goede vriend van mijn ouders – radicale acceptatie.
En nu?
Je zou bijna denken dat je beter niet meer op de fiets kunt stappen zolang de rups nog in de eiken zit. Dat gaat te ver. Ik neem mij echter wel voor om iets beter op te letten en met het warme weer de verkoelende bossen toch maar te laten voor wat ze zijn. Dus de route een beetje aanpassen. Mooi door de velden. Bij aankomst meteen even met plakband de zwakke plekken ‘deppen’ en dan een verfrissende douche. En vooral hopen dat het mijn fietsplezier niet al teveel vergalt. Bij mij trekt na een paar dagen de jeuk langzaam weg.
Op Fietssport.nl van de NTFU staat een helder artikel met tips over wat niet moet doen of wel kunt doen om toch te kunnen blijven genieten van je fietstocht.