Early bird
Ik zet de hele vakantie al geen wekker en word uit mijzelf steeds tussen zeven en half acht wakker. Rustig afbreken, daarna ontbijten en dan tussen negen en half tien op de fiets. Vandaag heeft de zon andere plannen met mij. Ver voor half zeven brandt ze al op mijn tentje. Eenmaal buiten valt het mee en ik begin maar aan het omgekeerde ritueel van een aankomst, zodat ik met een volle buik rond acht uur de camping af rij.
Van wilder naar milder
Eerst naar Bantry. Ik blijf de Wild Atlantic Way nog even volgen. Helemaal naar de zuidkust van Ierland. En uit het rijtje heb ik twee campings geselecteerd waar ik zou kunnen overnachten. Het idee is om dan morgen nog maar een relatief korte etappe te doen, dus het heeft de voorkeur om vandaag de verre van de twee te halen.
Langzaam verandert de route van Wild naar Mild. Althans, ogenschijnlijk. Want stiekem gaat het (alweer) heel de dag stevig op en neer. Het ziet er alleen allemaal wat lieflijker uit. De spectaculaire rotspartijen en bergen zijn weg. Daarvoor in de plaats smallere wegen, vaak met bos of struiken aan weerszijde.
Rusteloos
Ik heb een soort van gejaagdheid in mij. De plaatsjes kunnen me niet echt bekoren en zelfs in het grotere Skibbereen vind ik niet de rust om even echt te stoppen. Mijn broodjes eet ik ergens onder een boom. Pas in Clonakilty neem ik echt even pauze. Een halve hongerklop. Bij de supermarkt, waar ik eten voor de avond haal en een beker met ijskoud gesneden fruit. Goddelijk.
Eind goed landgoed
Als ik langs camping 1 rij ,twijfel ik nog even. Het is nog vroeg, warm en ik zie nergens een boom die ook maar een beetje schaduw zou kunnen geven. Niet wetende of dat op camping 2 wel het geval is, neem ik de gok en rij ik door. Ongeveer twintig kilometer verder maar het voelt als het dubbele. Na een laatste krachtinspanning sta ik boven op een berg bij Garrettstown House Holiday Park. Een oud landgoed dat met een camping op eigenwijze wijze in ere hersteld is. Leuk detail is dat de campers kitchen daadwerkelijk in de originele keuken zit, aan het servant square.
Clochard en velo
Na het eten klets ik nog even met een fietser die al ruim twee maanden onderweg is en voor onbepaalde tijd van plan is door te fietsen. Begonnen in Portugal, al klonk zijn Engels Duits. Hij gaat de richting op waar ik vandaan kom en vraagt zich af of er ook campings zullen zijn. Ik kan hem geruststellen. Verder is het een bijzonder type. Het lijkt er een beetje op dat hij zijn fiets in die maanden beter onderhouden heeft dan zichzelf en de wetmatigheid van weinig kleren meeslepen is vaak kleren wassen heeft hij maar half begrepen. Maar ja, een praatje over klimmen, regen, zon en de route kan natuurlijk altijd.
Afscheid van het fietsen door Ierland
Voorlopig voor het laatst de tent afbreken en ook laatste dag fietsen in Ierland is aangebroken. Naar Cork, waar ik een B&B geboekt heb voor die nacht. Morgen met de trein naar Dublin, daar blijf ik het weekend en maandag bij het krieken van de dag vaart mijn ferry naar Holyhead in Wales. Eerst nog een stukje fietsen. Een kilometer of zestig, want ik volg de toeristische route en rij de stad vanaf de oostkant binnen. Met een dubbele portie Flahavan’s Porridge (mijn nieuwe ontbijt-favoriet) zet ik aan voor een klimmetje het dal van Ballinspittle uit. Als ik boven aangekomen ben licht de oceaan in de verte achter de landerijen. Da’s nog eens een beloning kan ik je zeggen.
Koffie in Kinsale
Na nog wat op-en-neertjes sta ik in de parel van de Ierse zuidkust. Kinsale. Een toeristisch stadje met een natuurlijke haven, die tot ver in de geschiedenis van militair belang is geweest. Nu is het vooral een jachthaven en een trekpleister voor vakantiegangers. Omdat ik geen haast heb vandaag en ook geen haast meer voel (wat misschien nog wel veel belangrijker is) ga ik rustig op het terras van een koffiebarretje zitten om uitgebreid te genieten van een cappuccino en een scone. Daarna wandelen fiets ik nog wat in het rond. Ik sluit mijn bezoek aan Kinsale traditioneel af bij de plaatselijke supermarkt voor broodjes en een paar plakken salami.
Kamer met uitzicht
Kinsale is het einde (of het begin) van de West Atlantic Way. Daarna merk ik dat ik in een wat meer grootstedelijke omgeving kom. Met andere woorden, het wordt drukker en minder mooi. Via Carrigaline kom ik uit in het havengebied ten zuiden van Cork. Dichterbij de stad volg ik een fietspad langs de baai en dat gaat over in een stadspark, zodat ik vrij ongemerkt het centrum binnenrij. Mijn B&B ligt vlak bij het station. Mijn kamer, naar het blijkt, heel vlakbij. Of zoals de gastvrouw zei: ‘Je kunt de intercity zien aankomen en dan heb je nog ruim de tijd om er naar toe te lopen.
Beschaving
Na een douche ben ik klaar voor een beetje grootstedelijke beschaving. Ik volg een stadswandeling langs wat highlights, zoals de English Market en een keur aan kerken en standbeelden maar als ik een pub vind die wel een terras in de schaduw heeft – en een paar muzikanten – kan de wandeling mij even gestolen worden. Ik zit prima zo en de lagers missen hun verkoelende werking niet.
Boekwinkels
In een vreemde stad kan ik aan twee soorten winkels moeilijk voorbij. Buitensportzaken en boekhandels. In beide gevallen wordt de aantrekkingskracht onweerstaanbaar als ze er uitgebreid uitzien. Door de prijskaartjes lukt het mij bij de eerste meestal wel om met lege handen naar buiten te stappen, bij boekwinkels is dat een ander verhaal. En zeg nou zelf, een boek dat The Art of Travel heet, kan je toch niet laten liggen?
Rebel Cork
Cork is de tweede stad van het land. Het grootste gedeelte van het centrum ligt op een eiland in de monding van de rivier de Lee. De stad heeft de bijnaam Rebel Cork omdat ze al vanaf de aanvallen van de Vikingen, vaak met succes, vochten voor hun onafhankelijkheid. De Corkers laten dit graag weten aan de inwoners van grote broer Dublin, waar de Engelsen vaak een stuk meer welkom waren.
Trein-typen
Na het eten (in een pub – waar anders?) loop ik slenterend via de noordelijker gelegen wijk Shandon door de smalle straatjes terug naar de B&B. Onderweg nog een ijsje, een kop koffie en – vooruit – nog een pint om het af te leren. Met de laptop in het raamkozijn schrijf ik dit alles op, terwijl voor mij af en toe een trein vertrekt.
Slán agus beannachtai do gach duine!
Wederom leuk om jouw belevenissen te lezen! Hoe houdt de fiets het uit? Nog veel lekke banden of valt het mee? Voorspoedige reis verder! Grt, Dave.
Wederom dank. De fiets houdt het prima hoor. Af en toe wat boutjes aandraaien, een likje smeer en gaan. Met de huidige banden rij je vrijwel nooit meer lek (afkloppen), al doen de Ierse wegbeheerders hun uiterste best met onverwachte ‘put holes’.