De zon!
Om een uur of zeven word ik wakker van een licht warme gloed op mijn tentje. Ondank dat ik mijzelf een slome start beloofd heb, kan ik niet anders dan uit mijn slaapzak kruipen. Al is het alleen maar om een keer droog in te pakken. Luieren kan dan wel tijdens het ontbijten in de campers kitchen. Zo gezegd, zo gedaan.
Mount Nephin
Een korte etappe vandaag. Deels omdat het qua overnachtingen verderop goed uitkomt en deels omdat de Ox Mountains van gisteren nog niet helemaal uit de benen zijn. Ik verlaat Bellina via de supermarkt. Het eerste stuk is tamelijk vlak zodat het lekker opschiet. In de verte doemt de berg Nephin op. Althans, het onderste gedeelte, want de top ligt verscholen achter de wolken. Niet dat de berg met zijn 806 meter zo hoog is hoor, het is meer dat het zonnetje van korte duur was.
Bokkesprongen
Het kan niet te gemakkelijk gaan dus na een tijdje ben ik weer aan het klimmen. Door het weidse heuvelland met wederom alleen schapen als mijn metgezellen. Nou ja, die moeten eigenlijk weinig van mij hebben, want iedere keer dat ik er aan kom fietsen zoeken ze met de meest rare bokkensprongen een goed heenkomen. Tijdens het klimmen gaat dit prima maar met de afdalingen wil het nog wel eens tot gevaarlijke taferelen leiden. Ik beloof verder dat ik niet meer over de wind zal beginnen, tenzij ik een keertje wind mee heb. Ga er tot die tijd maar vanuit dat het ploeteren is. Zeker in de open heuvels.
Theeleut in spe
Vanaf Lough Bunaveela gaat het gelukkig weer langzaam omlaag en via Lough Feeagh kom ik uit in Newport. Een klein plaatsje aan de monding van de gelijknamige River. Een meegebracht broodje op een bankje uit de wind en als het dan gaat regenen toch maar een half uurtje schuilen in de tearoom. Als koffieleut begin ik tijdens het fietsen de grote koppen thee ook echt te waarderen. En het assortiment aan gebak misschien nog wel meer.
Westport
Daarna gaat het geleidelijk en vlak naar Westport. Over een mooi aangelegd gravel-fietspad, zodat ik voor ik er erg in heb aankom bij de camping van het Westport House. Als ik alles klaar heb pak ik de fiets om Westport zelf te gaan bekijken. Een gezellig stadje. Behoorlijk toeristisch en uiteraard vergeven van de pubs, waar ik er eentje van uitkies voor het avondeten.
Pub-night met live muziek
Na het eten raak ik aan de praat met een handelaar in gordijnrails, Tom, uit Dublin. Over Ierland, over fietsen, de route en naarmate de Guinness vloeit over alle aspecten van het leven. Na een paar pints is het de hoogste tijd voor live muziek. En wel in Matt Molloy’s Pub. Naar verluid dé place to be voor traditionele muziek in Westport. Matt Molloy, zo leer ik, was de fluitist van de Ierse band The Chieftains. De pub was afgeladen vol. In een hoekje zaten wat willekeurige muzikanten met viool, gitaar, fluit en banjo maar ook de bodrán en de bouzouki. De formatie muzikanten wisselt per nummer en krijgen slechts wat te drinken voor hun optreden. Heerlijke muziek. Dit is een van de redenen dat ik gekozen heb om naar Ierland te gaan.
Wild Atlantic Way
Guinness schijnt een goede hersteldrank te zijn en dat is maar goed ook, want als ik slingerend terug naar de camping fiets is het al ver na fietsers-bedtijd. Dat herstellen zal dan ook vooral geestelijk zijn merk ik als ik ’s morgens iets later dan normaal wakker word. In aangepast tempo breek ik de boel weer op en verorber ik mijn pannekoeken-uit-pak-ontbijt. Uiteindelijk is het nog niet eens zo laat als ik weer op de fiets zit. Clifden is het doel van de dag en met de tips van Tom in het achterhoofd, kies ik ervoor om de iets langere weg langs de kust te nemen.
Voor het eerst langere tijd op de Wild Atlantic Way. Prachtig (en vlak op dit moment). Een kilometer of 18 kijk ik vrijwel steeds uit over de baai. Ik rij langs Groagh Patrick, de berg die de naam draagt van de beschermheilige van Ierland.
Geen droge draad
Bij Louisburgh draai ik de binnenlanden in. Tot dat moment is ook het weer prachtig maar als ik naar de pas voor Doo Lough klim, begint het fors te regenen. En dat houdt niet meer op. Doo Lough ligt ingeklemd tussen twee bergwanden en ziet er ook met dit weer sprookjesachtig uit. En mistroostig, desolaat. Gelukkig komt er na Doo Lough een cafe waar ik mijzelf even op kan warmen aan een kop thee.
Met frisse moed en ondertussen in volledige regenuitmonstering, komt ik aan bij Killary Fjord, Ierlands enige fjord. Het loopt zo’n 20 kilometer het land in en ik fiets er aan beide zijden langs. Het regent nu daadwerkelijk pijpenstelen en ondanks mijn goede kleding begin ik toch overal nat te worden. De uitzichten hier in Connemara zijn echter adembenemend en door het fietsen heb ik het niet koud.
Ik geef mij gewonnen
Als ik echter tot op het bot doorweekt in het plaatsje Letterfrack (zo’n 15 kilometer voor Clifden) bij Hostel Restaurant Cloverfox druipend de soep van de dag naar binnen slurp en ik een kamer voor de nacht aangeboden krijg, hoef ik niet lang na te denken. De regen houdt aan, kamperen op de camping in Clifden zou ook een drama worden en het vooruitzicht van een warme douche en droge kleren is erg overtuigend.
In de kamer gaat de verwarming aan zodat alle spullen rustig kunnen drogen. Ik waag mij nog even in het dorp, dat letterlijk bestaat uit een handvol winkels, restaurants en wat hotels. Verder is er het bezoekerscentrum van Connemara National Park, waardoor er vooral veel wandelaars zijn.
Na de Guinness-avonturen van gisteravond doe ik het rustig aan en ik lig er vroeg in, terwijl de regen nog altijd tegen de ramen slaat.
Slán agus beannachtai do gach duine!
Bedankt Erik. Mooie, interessante en boeiende verhalen! Je schrijft leuk en de foto’s geven een goede indruk van het landschap.
Hallo Gijs, dank voor het compliment. Dat motiveert zeker om het te blijven doen.
Weer geweldig om de belevingen te lezen Erik! Indrukwekkende landschappen waar je doorheen fietst. Mooie foto’s ?.