Tschüß Bayern – einde corona?

Dat er in Tsjechië anders wordt omgegaan met de corona-crisis valt mij pas echt op als ik ‘s avonds in het restaurant van de camping ga eten. Geen mondkapjes meer en personeel houdt zichtbaar geen afstand tot elkaar en de gasten. Ben ik in die korte tijd in Duitsland dan al zo gewend geraakt aan dit nieuwe abnormaal? Met een mengelmoes van ‘fijn, eindelijk weer gewoon doen’ en ‘ik hoop dat het goed gaat’ onderga ik het.

Nieuwe kracht

Wat op tijd de benen omhoog en een goede nacht slaap in een kuuroord al niet kunnen doen. Of zou een temperatuursverschil van minimaal tien graden ook een rol spelen? Met de smaak van het gezonde ontbijt nog in de mond, vlam ik in ieder geval voor mijn gevoel naar het hoogste punt van de tocht. Het dorp uit gaat het over een gravelpad direct omhoog. Langs pistes, liften en de lokale skischans. Ik kan er gelukkig weer van genieten.

Ochsenkopfschanzen in Bischofsgrün
Zomerse skiweg

Gravel-geluk

Eenmaal boven volgt meteen een lange afdaling. Ik vermoed dat ik op een skiweg rij. Glooiend ga ik omlaag. Zo hard als ik durf. In de bochten voel ik mijn achterband af en toe driften. Een beetje remmen want als ik hier op zondagochtend op mijn plaat ga zijn de rapen gaar. Met een gelukzalige glimlach stop ik even bij de Fichtelsee voordat ik het dorpje Fichtelberg binnenrij. Het tankstation is open, ik vul er mijn snackbags met het halve assortiment van Haribo en geniet nog even na met een kop koffie.

De Fichtelsee

Bergenbouw

Na Fichtelberg blijf ik de Fichtelnaab-Radweg nog een tijdje volgen tot Ebnath. Het is stil op de zondagse straat. En pas nu valt het mij op dat het zo tekenende vakwerk in de dorpjes al sinds gisteren veranderd is in houten balkons met bloembakken. Na Markredwitz (op zich al een naam die het een en ander doet vermoeden) komt de grens steeds dichterbij. Wat is het toch vaak met grensstreken? Alsof aan beide kanten gedacht wordt dat het niet de moeite loont om nog energie te steken in dat laatste stukje. Aan de Duitse kant veel verwaarloosde gebouwen. De grens zelf passeer ik op een fietspad in het bos. Schuin boven mij zie ik de parkeerplaats met casino, sigaretten en meer gebruikelijke Oost-Europese export.

Crossing borders

Dubieuze grensstad

Er volgt een vlak stuk, deels langs de provinciale weg en deels door het bos langs een stuwmeer van de rivier de Ohre. Eerste stop is Cheb. Een oude handelsstad met een bedenkelijke geschiedenis. Door de eeuwen heen hebben Duitsers het hier meestal voor het zeggen gehad en dat was en is tegen het zere been van de Tsjechen. De naweeën schijnen nog steeds gevoeld te worden in deze grensstad. Het centrum is prachtig. Nou ja, het centrale plein een de grote winkelstraat. Daar omheen doet het toch wat armoedig aan.

Bruinkool

Na Cheb gaat het weer op en neer door de bossen en velden. Het zijn dezelfde soort heuvels en klimmen als aan de Duitse zijde van de grens, alleen stiller. Fietspaden worden zeldzaam, maar de lokale wegen zijn zo rustig dat dat niet geeft. Soms is het uitkijken geblazen, want niet overal is het onderhoud ervan helemaal up-to-date. Plekken om iets te eten of te drinken zijn zeldzaam dus ik ben blij met mijn voorraad. De dorpjes die ik tegenkom zijn of helemaal opgeknapt of juist niet en de typische geur van bruinkool maakt mij nog eens extra bewust van de veranderde omgeving.

Plattelandsdorpje Lipová

Doe mij maar een hut

De voorspellingen zijn vandaag van het type niet veel goeds. Vanaf dat ik de grens over ben en het landschap zo is dat ik verder kan kijken, zie ik de donkere wolken al hangen. Dreigend schiet er af een toe een bliksemflits over de horizon. Toch hou ik het vrijwel droog. Af en toe verraadt de natte weg een gepasseerde bui, maar het duurt tot enkele kilometers voor de camping voor ik mijn regenjasje uit de tas vis om bescherming te bieden tegen de eerste spetters.

Eenmaal aangekomen op de camping in Velka Hled’sebe (je verzint het niet), blijkt een hut omgerekend maar €18 te kosten dus de tent blijft nog een nachtje in de fietstassen. Het is een rustige kleine camping met vooral houten hutten waartussen gekampeerd wordt. Met mijn fiets stevig vastgezet op de veranda, het sanitairgebouw op twintig meter, een restaurant met een snelle hap (morgenvroeg ook ontbijt) en de eerste halve liters Pilsner Urquell, ben ik helemaal happy.

Camping La Provence

Uvidíme se brzy a zdravím vás všechny!

Eén antwoord op “Tschüß Bayern – einde corona?”

Laat een reactie achter bij JohanReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.