Het laatste dagje Po-vlakte begon lekker koel en niet eens overdreven vroeg. Vlak voor het slapengaan was het in de verte aan het bliksemen. Met wat ervaringscijfers van eerdere warme dagen in het achterhoofd heb ik mijn achteloos opgezette tent nog even nagelopen en her en der wat haringen écht in de grond geslagen. Terecht, want er was nog een beste bui gevallen. Maar gelukkig was de zon al eerder op dan ik en bezig de boel op te drogen. Inpakken, bidons vullen, broodje en weg. De stad in voor een kopje ontbijtkoffie welteverstaan. Italië is goed voor mijn brandstofverbruik. Ik kook alleen nog voor het avondeten. De koffie bij ieder willekeurig tentje is gewoon te lekker om zelf met poeder aan de gang te gaan en voor het geld hoef je het ook niet te laten. Espresso een euro en cappuccino 30 cent meer. In Nederland betaal je vaak het dubbele en krijg je de helft van de kwaliteit. En je krijgt er nooit een live voorstelling van een vrijdagmarkt op Italiaanse wijze bij.
Fijn, een Apennijn
Wat de etappe betreft; maïs werd langzaam ook fruit, er waren meer bomen en dus ook meer schaduwplekken, de laatste 30 km werd het wat bewolkt. Dat en ook de wind in de rug maakte dat het heel erg meeviel. De laatste kilometers lieten de Apennijnen alvast een beetje van zichzelf zien. Heuvels en daar achter bergen. Zelfs het landschap begon al een heel klein beetje te glooien. Na al die platte polderkilometers kijk ik uit naar een klimmetje.Het rolde lekker door. Zo was ik met lunchtijd op de camping van Bologna. Een verlaten camping op zes kilometer van het centrum met huisjes waar er ook maar eentje van bezet was. Gek, zo midden in de zomer. Geen bezoekers voor Bologna? Geen jeugd die je normaal op een stadscamping tegenkomt? Vreemd. Maar ik kon wel het mooiste schaduwplekje van de hele camping uitzoeken. Toen alles stond kwamen twee andere Nederlandse fietsers aan.
Het recht van de zelfverzekerdste
Na de ergste hitte (de wolken waren alweer weg) heb ik, tegen het advies van de campingeigenaresse, de fiets gepakt en ben naar de stad gereden. Ik snap waarom zij de bus voorstelde. Een lange autoweg met vreselijk veel stoplichten en onmogelijke verkeerssituaties. Tot aan de twee scheve torens was het strijden om een plekje in de chaos. Aan de andere kant is het ook wel leuk om te merken dat het Italiaanse stadsverkeer prima meewerkt als je maar duidelijk bent in wat je doet, niet twijfelt en gewoon een beetje doordrukt (voor zover dat met een fiets gaat). Als je je eigen plek op de weg claimt dan gaat het prima.
Lotgenoten
In de stad ben ik niet verder gekomen dan even rondlopen, een espresso en een biertje op het terras. Te warm en te druk. Een terugkerend thema. Retour over ‘hells highway’ ben ik nog op expeditie geweest in de COOP supermarkt voor een fatsoenlijke avondmaaltijd. Het wat zo’n mega store dus het duurde even voor ik de juiste keuzes heb kunnen maken uit 20 soorten sla, een koelstelling kaas, een afdeling pasta en gek genoeg maar twee soorten deodorant. Terug bij de tent, met een glas wijn, gekletst met de medefietsters. Uiteindelijk hebben we ook samen gegeten al was het een ‘cooking apart together- feestje’. Een gezellige avond. En al kletsend was het zo tijd om te gaan slapen.
A presto e saluti a tutti!