Vorig jaar was ik in Budapest en heb ik de Donau in vol ornaat gezien. Nu zit ik er vanaf het campingterras tegenaan te kijken en lijkt het net de Ourthe of hooguit de Vecht (maar dan ondiep). Ook de Donau trekt veel fietsers. Deze keer laat de Koga-familie het afweten. Fransen, wat Duitsers en een oost-blokker die ik nog niet nader heb kunnen definiëren, bezetten met mij het kleine trekkersveldje van Erlebnis-camp Out & Back in Sigmaringen. Een buitensport-camping met veel jeugdgroepen op kamp. Ik ben blij dat ik op tijd binnen was want ik geloof niet dat er nu nog een tent bij zou kunnen op het trekkersveldje. Het stadje Sigmaringen is beroemd om het slot. Voor de rest heeft het een mooi, klein centrumpje dat, vanwege zaterdag en druilerigheid, grotendeels al aan het weekend begonnen was toen ik ging kijken.
What goes up…
Het idee om voor dag en dauw op te staan en te vertrekken viel een beetje in het water. Toen ik wakker werd regende het. Niet dat ik helemaal van suiker ben maar omdat de reden van het vroege opstaan vooral het ontlopen van de warmte is, mistte het zijn doel volledig. Er was al waterkoeling. Rustig opruimend en relaxend heb ik gewacht tot het ergste voorbij getrokken was en zat ik uiteindelijk alsnog om een uur of acht op de fiets. Ontbijt en verse koffie deze keer bij de supermarkt (nee, geen bejaardenhangplek-koffie, dat kennen ze hier niet). Voor ik het wist lag Tübingen achter mij en de Alp voor me. Ook het weer begon mee te werken. Een beetje bewolkt, wel drukkend en een graadje of 25.
Van de Schwäbische Alp doemt de noordkant, de hoogste kant, vrij plots uit het landschap op. Aan de zuidkant loopt hij lieflijk af richting de Bodensee. De klim was dan inderdaad pittig maar eenmaal boven heb ik er de rest van de etappe van kunnen genieten. Ik merk wel dat ik mijn mountainbike klimmetjes snel moet gaan vergeten. Met 25 kg bagage is snelheid gewoon niet aan de orde. Regelmaat, vroeg terugschakelen en rustig blijven ademen zorgen ervoor dat je helemaal boven komt. Ik geloof dat ik deze les onthou voor de komende week en voor de Dolomiti en de Appennini.
Jodelahietie!
Het zijn nog lang niet de echte Alpen en toch ademt de omgeving al bergen. De bouw van de huizen, de dorpjes, de winkels en de bordjes ‘vorzicht Dachlawinen’ dragen daar allemaal aan bij. Je kan de neiging om te jodelen nauwelijks onderdrukken. Na de klim ging het als gezegd glooiend omlaag, veelal langs het spoor en een stroompje, langs dorpjes en door weiden en bossen, tot aan de Donau in Sigmaringen. De camping was makkelijk gevonden.
Zo kon ik snel beginnen met tent opzetten, inrichten, douchen, kleding uitspoelen en ophangen enz. Iedere dag steeds een uurtje werk wat zo langzamerhand al een echt ritme (of moet ik ritueel zeggen?) is geworden. Het draagt bij aan wat een fietsvakantie zo prettig maakt. Inpakken, fietsen, uitpakken, omgeving bekijken, eten en slapen. Lekker overzichtelijk. Het enige wat dan niet zo in het rijtje past is de kleine vreugdesprong als blijkt dat de camping ook internet heeft. De eerste keer dat ik er (anders dan inbegrepen) voor betaald heb. €2 voor 24 uur, dat moet kunnen. Het is sowieso al een losbandige dag. Ondanks mijn expeditietocht door de twee verdiepingen tellende plaatselijke Kaufland heb ik mij door mijzelf laten verleiden tot het campingrestaurant. Morgen kook ik weer, denk ik. Ik weet nog niet precies waar ik dan ben maar eigenlijk wil ik Bregenz en dus Oostenrijk wel bereiken. Dat is hier nog een slordige 110 km vandaan, voornamelijk vlak. En tenzij het niet bevalt blijf ik er weer een dagje.
A presto e saluti a tutti!