Het supermarktje in Stamnäs, waar ik ontbijt en koffie hoop te krijgen is nog niet open. Een kwartiertje wachten in de dan al heerlijke zon is geen straf. Wel jammer dat ze niet de verse broodjes hebben waarmee ik tot nu toe zo verwend ben. Het wordt een zak met zoete kanelbullar-achtige drolletjes. Qua suikers zullen ze niet voor vers brood onderdoen. In plaats van koffie serveren ze yoghurtdrink – vers uit het koelvak.
St. Olavsleden
Vandaag fiets ik naar het begin van St. Olavsleden. De hele route door Zweden tot nu toe was ‘slechts’ een aanloop. Morgen, de dag van midsommarafton, fiets ik officieel op het pelgrimspad. Hopelijk vieren ze dat heidense feest onderweg wel een beetje. Maar eerst moet ik bij de start zien te komen. Qua weer geen klagen. Al bij opstaan is het lekker en de wind zorgt ervoor dat de tent kurkdroog is, ondanks dat een deel van mijn haringen zowat in het meer staan.
Ongelikte beer
Ik volg vrijwel de hele dag de Kustvägen, een route die zich slingerend een weg baant door de bossen en het akkerland in Hâlsingland en later en stukje Mendelpad (nee, dat is een gebied). De Botnische Golf is nooit ver weg, al moet je als je die echt wilt zien of voelen, vaak van de route af. De zilte lucht verraadt wel de aanwezigheid van de zee. Het gebied heeft soms wel wat weg van de duinen in Nederland, behalve dan natuurlijk dat ze hier waarschuwen voor ene Björn, wat een onguur type schijnt te zijn.
Should I stay or should I go?
De laatste vijftien kilometer voor Sundsvall merk je dat er een grotere stad aan zit te komen. Industrie en hoogbouw wisselen mooie uitzichten over de baai af. Ook ligt de E4 (die helemaal naar het noorden loopt) hier dichtbij. Al bij al is het heerlijk om uiteindelijk uit te komen in het autoluwe centrum van de stad. Een stad die na even googelen nog geen 50.000 inwoners blijkt te hebben. Het is een kwestie van perspectief. Ik twijfel. In de stad blijven of de laatste zeven kilometer door naar Selånger, waar het Sint Olavspad begint. Ik besluit het laatste. Er lijken buiten de stad niet zoveel mogelijkheden om te overnachten maar wie weet weten ze wel raad in het pelgrimscentrum.
De stad lonkt te hard
Aangekomen in Selånger is het stil. Uiteraard word ik van harte welkom geheten, maar schijnbaar zijn ze niet zo gewend aan startende pelgrims, gelovig of niet, die pas aan het einde van de dag acte de présence komen geven. Het verdict is dat ik terug kan fietsen naar een camping die ver voor Sundsvall lag en er niet echt uitnodigend uitzag, dat ik door kan fietsen en dan ergens na een kilometer of vijftien wel een wildkampeerplek kan vinden, of dat ik toch weer naar de stad ga. Het idee om even op een van de vele terrassen te zitten spreekt mij wel aan en als ik dan ook nog een aardige aanbieding vind van een hotel in het centrum keer ik terug op mijn omwentelingen.
Volgens de laatste mode
Het voelt altijd een beetje misplaatst als je met je fiets en in vol lycra-ornaat aankomt in een stadshotel, maar het meisje van de receptie vindt een mooi plaatsje in het kantoor en voor ik het weet sta ik mijzelf af en mijn fietskleren uit te spoelen onder de douche. Opgefrist loop ik naar buiten. In korte outdoorbroek met trailrunschoenen val je hier helemaal niet uit de toon. Wat een heerlijk land! Even later zit ik met een hamburger achter de kiezen en een biertje in de hand op het terras te genieten van de Zweedse zomeravond.
Een zomerse midsommar
Het is gewoon warm. Iedereen die je spreekt verheugt zich op een zomerse midsommar. Die schijnt hier normaalgesproken nog weleens in het water te vallen. Midsommar is hier echt een ding. Overal zie je aangepaste openingstijden hangen en de reclames bij de supermarkten roepen om hè hardst welke artikelen je deze keer zeker nodig hebt om er een onvergetelijk feest van te maken. Ik ga morgen eerst fietsen, maar een aantal plekken op mijn shortlist staan waar ik wel een nachtje langer zou willen blijven.
Vi ses snart och hälsningar till alla!
Erik, wederom een mooi verhaal. Succes met het vervolg van je reis. Ik blijf je volgen. Johan