Als je niet bij je eigen voordeur start en uiteindelijk terug naar huis fiets, zal je op de een of andere manier transport nodig hebben voor jezelf en je fiets. Eerder schreef ik al over de trein en het vliegtuig als vervoermiddel, maar wanneer er water tussen jou en je bestemming ligt, is het best mogelijk dat je ook kunt varen. Of zelfs moet. En omdat varen niet alleen handig is, maar vooral ook heel erg leuk, geef ik je in dit artikel, naast mijn eigen ervaringen, 5 argumenten om het een keer te proberen.
Even voor de duidelijkheid, ik laat de pontjes over de Nederlandse rivieren, de overtochten naar de Waddeneilanden (of de Aran-eilanden natuurlijk) en zelfs de veerdiensten op de Noorse fjorden nog even buiten beschouwing. Het gaat mij nu om de serieuze overtochten waarbij je langere tijd aan boord van grote veerboten verblijft en daar vaak ook overnacht. Want op die manier heb je er het meeste profijt van om te kiezen voor een ferry. En het is verreweg het leukst.
1. Boeken is makkelijk
Bij de meeste overtochten loont het om op tijd te boeken. Zeker als je een redelijke prijs wilt betalen voor de overnachting. Als dagpassagier op de grotere schepen kan je jezelf veel meer flexibiliteit veroorloven en misschien wel gokken op een later moment. Voor een voetpassagier met een fiets is er vrijwel altijd nog plek. Zelf kijk ik voor het boeken van een overtocht eerst op een vergelijkingssite zoals directferries.nl om uit te vinden welke routes in aanmerking komen en welke maatschappijen daar varen. Het loont soms om rechtstreeks bij de ferrymaatschappij zelf te boeken. Vroeg boeken en niet in de drukke periodes tijdens schoolvakanties of feestdagen is het adagium om op de kosten te besparen. Vaak kan je ook vast de maaltijden reserveren. Dit is meestal goedkoper dan aan boord en het scheelt ook gedoe.
2. Veel Europese bestemmingen zijn goed te bereiken
Als je alleen al naar Nederland of België kijkt heb je IJmuiden–Newcastle, Rotterdam-Hull, Zeebrugge-Hull, Hoek van Holland-Harwich en sinds kort ook Eemshaven-Kristiansand. Om het maar niet te hebben over de oneindige opties om vanuit Duitsland en Denemarken in Noorwegen, Zweden en Finland te komen. En dan noem ik nog maar een fractie van wat de Europese ferry-maatschappijen te bieden hebben. Zelf heb ik tijdens mijn reis naar Ierland en naar Noorwegen gebruik gemaakt van de ferry. Met hut en overnachting van IJmuiden naar Newcastle, van Cairnryan naar Belfast, van Hull naar Rotterdam en van Fredrikshavn naar Oslo. Tijdens mijn oversteken van de Ierse Zee, van Cairnryan naar Belfast en van Dublin naar Holyhead, was ik dagpassagier.
Aanvulling op 24-03-2023 - Helaas wijkt de rederij Holland Norway Lines vanaf april uit naar Duitsland. Eerst Cuxhaven en vanaf de zomer wordt Emden de vertrekhaven. De rederij krijgt het niet voor elkaar om in de Eemshaven een eigen aanlegplek te realiseren en hierdoor zijn de afgelopen tijd meerdere afvaarten gecanceld.
3. Aan boord gaan is eenvoudig
Goed, soms is het een beetje verwarrend waar je als fietser in moet checken maar je hebt ook ruim de tijd. Het duurt immers wel even voor een schip helemaal geladen is. Waar je je moet melden met je fiets is online ook niet altijd duidelijk maar dan bieden de bordjes op de terminal vast uitkomst en anders helpen de medewerkers van de rederij je heus wel op weg. Die doen namelijk niet anders dan mensen die dat niet weten, vertellen wat ze moeten doen. En zo’n schip is groot. Er kunnen vrachtwagen en campers in en uit dus je fietst er fluitend op en af. Er is voldoende ruimte om je fiets een plekje te geven. Alles wat je niet nodig hebt tijdens de overtocht laat je lekker op je fiets zitten. Zeker als het autodek wordt afgesloten. Tip: zorg dat je één tas hebt waar je spullen voor de nacht in zitten. Die haal je van je fiets, samen met je waardevolle spullen en je kunt makkelijk naar je hut toe zodat het genieten van de overtocht kan beginnen.
4. Meters maken terwijl je slaapt
Het mooiste is dus ‘s nachts varen. Dus terwijl je eet, uitrust of jezelf vermaakt, ben je onderweg naar je volgende bestemming. Aan boord vind je allerhande vertier. Van bars tot casino’s, van tax-free shops tot fitness. Eenmaal voldaan van alles, keer je terug naar je hut. Die hutten zijn er in alle soorten en maten. Van de goedkopere binnenhutten op een lager dek tot de luxe suites en alles wat er tussen zit. Voor ieder budget wat wils. Zelf vind ik het wel fijn om naar buiten te kunnen kijken. Al is het alleen maar om bij het ontwaken de zee te kunnen zien. ‘s Morgens een ontbijt in het restaurant en dan met een kop koffie op het dek het land van bestemming langzaam dichterbij zien komen. Als je het niet te gek maakt in de avond, stap je ‘s morgens fris en monter op de fiets voor de eerste meters in het onbekende.
5. Het is beter voor het milieu*
Zo’n groot schip? Ja. Als je de ferry vergelijkt met bijvoorbeeld een korte vlucht, dan is het nog een behoorlijk milieuvriendelijke keuze. Zeker als je uitgaat van een voetpassagier, wat wij fietsers toch ongeveer zijn. De slechte naam op het vlak van CO2-uitstoot komt van de cruiseschepen. Met gemiddeld 250 gram Co2 uitstoot per kilometer(!) per passagier is dat niet zo gek. Maar als je kijkt naar de op vervoer en efficiëntie ingerichte veerboten dan daalt dat naar gemiddeld 19 gram. Alleen de trein zit daar met 5 gram per kilometer behoorlijk onder. Nou ja, de fietser die helemaal geen transport nodig heeft, die is natuurlijk de absolute winnaar.
Tot slot
Ik denk dat ik de veerboot de meest ontspannende manier vind om te beginnen of te eindigen met je fietsreis. Eenmaal aan boord kan je niet zoveel meer, behalve tot rust komen. De telefoon gaat uit want het netwerk aan boord kost een vermogen en voor de komende uren hoef je even helemaal nergens meer aan te denken. Je vakantie is begonnen of je kan in alle rust de indrukken van de voorbije reis verwerken. Ondanks dat het over het algemeen behoorlijk druk is aan boord van deze schepen, zijn ze groot genoeg om ook ergens een plekje voor jezelf te vinden en over de zee uit te staren of bijvoorbeeld je reisblog bij te werken. Offline.
*Bron